Voor toelating tot het Examen Magister Vini is kennis op SDEN-niveau 4 (Vinoloog), danwel een gelijkwaardig niveau noodzakelijk.
Niet vereist, maar wel aanbevolen is dat u beschikt over een gedegen kennis van de wijnmarkt en dat u de Engelse, Franse en Duitse taal beheerst. Ervaring in de wijnhandel vergroot de kans op het succesvol afleggen van het examen aanzienlijk.
Indien u nog niet in het bezit bent van een diploma SDEN-niveau 4, is er de mogelijkheid rechtstreeks deel te nemen aan het examen Vinoloog van de Wijnacademie. Dit kan uitsluitend op voordracht van de examen/toelatingscommissie Magister Vini en tegen nader te bepalen voorwaarden. U kunt uw verzoekschrift richten aan info@magistervini.nl.
Het traject naar de titel
U kunt zich aanmelden voor de opleiding Magister Vini via de website van de Wijnacademie. De examencommissie beoordeelt vervolgens uw aanmelding.
Het examen Magister Vini
Het examen bestaat uit drie delen:
1. De scriptie;
2. Het proeftechnische deel (3 modules);
3. Het theoretisch schriftelijke deel (4 modules);
Het schrijven van een scriptie
In overleg met de examencommissie bepaalt u het onderwerp van de scriptie. De examencommissie oordeelt of uw scriptie van het gewenste niveau is.
Het proeftechnische deel
Het proeftechnisch deel beslaat drie modules:
Module 1 (P1): witte en rosé wijnen;
Module 2 (P2): rode wijnen;
Module 3 (P3): mousserende wijnen, dessert- en likeurwijnen en versterkte wijnen.
U moet aan de hand van een blindproeverij per modules ongeveer 12 wijnen kunnen beschrijven. U analyseert de wijnen en beoordeelt de wijnen op de volgende onderdelen:
de herkomst van wijn;
de gebruikte druivenrassen;
de kwaliteit van de wijn;
de leeftijd, oogstjaar, rijpheid, ontwikkeling en potentie van de wijn;
de commerciële reikwijdte van de wijn;
Het theoretisch schriftelijke deel
Het theoretisch schriftelijke deel omvat 4 onderwerpen verdeeld over 4 modules:
Module 1 (T1): wijnbouw;
Module 2 (T2): wijnbereiding;
Module 3 (T3): markt en marktbewerking;
Module 4 (T4): actuele wijnonderwerpen.
De kandidaat krijgt per onderwerp 4 vragen voorgelegd waarvan hij er 3 goed moet beantwoorden.